Van alles was deze plek toch wel zijn favoriete, niet alleen door het geloof dat hij beoefende. Dit was zijn thuis, dit was de plek waar de geboorte van zijn wederhelft was plaatsgevonden, om het zo te noemen. De kou deerde hem niet, hij voelde het, maar hij had de kracht om hem te negeren. Mede dankzij zijn sneeuwluipaarden wederhelft, maar waarschijnlijk hielp zijn warme mantel ook wel mee. De sporen die zijn met bont gevulde laarzen achter zich lieten werden bijna onmiddellijk vervaagd door de sneeuw die viel. Het was makkelijker om hier te lopen in zijn dierlijke gedaante, maar hij kon meer van de vrije natuur genieten in zijn menselijke gedaante, er was iets in hem dat zich altijd nog een beetje over gaf aan instinctief gedrag zodra hij zich in een dierlijke zelf veranderde. Dus was er zoals zo vaak geen andere keuze dan zich menselijk te laten. Het was een tijd terug sinds hij hier voor het laatst was geweest, maar alle herinneringen stonden nog vers op zijn geheugen gebrand, hij had het land gemist, heel Asenia. Het was goed geweest om er tussenuit te gaan, maar het was beter om terug te komen.
Zijn dikke poten lieten nu wel blijvende sporen achter in de verse sneeuw, eindelijk was het dikke pak sneeuw die uit de hemel bleef stromen gestopt. Hij had uiteindelijk besloten om toch in zijn wederhelft te rijzen, terwijl hij hoger en hoger een pad baande, steeds minder adelaars en andere roofvogels vlogen om zijn oren en eindelijk maakte het eeuwige gekraai van de vogels plaats voor de mystieke en eeuwige rust die er boven de wolken heerste in deze eeuwenoude bergen. En hoe je het ook wendde of keerde, het geluid van je eigen hartslag was t enige wat je nog hoorde
-Lexi, srry voor flut maar moet gaan-